Cadeautje voor u

Katern ‘Het Begin’.
Over de lente.

Inleiding
Het begin

Fris.
Licht
Geel.
Het is lente!




Met groot plezier schrijf ik deze eerste woorden voor katern ‘Het begin’.

Ik heb een gesprek met Clara Westrik, eigenaresse van een B en B die ergens anders een nieuw leven zou gaan beginnen. Hoe anders liep het.
De deskundige bijdrage is van Marian van Caspel, kunsthistorica uit Utrecht. 
Zij bespreekt op een prachtige manier de “Bloeiende perzikbomen” van Vincent van Gogh.
De  dichter die ik ruimte geef is Herman Gorter met een deel uit zijn gedicht Mei. 
“Een nieuwe lente en een nieuw geluid’, behoort tot de bekendste regel uit de Nederlandse poëzie. Gedichten zijn voor mij onlosmakelijk aan schoonheid en dus aan de kwaliteit van het leven verbonden. Ze verinnerlijken. 
Steeds meer mensen in Nederland moestuinieren. Ze doen dat in hun eigen tuin of in een volkstuin. Zelfs braakliggende stukken grond in steden en op industrieterreinen worden benut. Een fantastische ontwikkeling waar ik van harte mijn bijdrage aan lever!
Het hoort bij een eenvoudige en bewuste manier van leven. De groente (of is het fruit?) die ik behandel is rabarber
Van u kreeg ik lenterecepten, levenservaringen en een geheim lievelingsplekje.
Hartelijk dank hiervoor.
Ik eindig met een lente haiku. De oorsprong van de haiku ligt in Japan.  
Op de laatste pagina staat informatie. Ik verwijs daar in de artikelen met een sterretje naar.
Ik hoop met dit katern iets moois te brengen, naar uw hoofd, naar uw hart.  

Op deze eerste lentedag, die stralend begonnen is, druk ik nu op de knop van publiceren.
Ik wens u heel veel plezier !

Warme, zonnige lentegroet,
Toor.

Het Gesprek  

Een nieuw begin op dezelfde plek

Wie?         Clara Westrik
Wat?         Bed en Breakfast, slaaphutten en een vakantiehuisje.
Waar?       Kostverloren
Waarom?  De geplande verhuizing gaat niet door.


Het is donderdagmorgen, vijf minuten over tien. Ik zit aan de grote tafel in de keuken bij Clara, een grote beker cappuccino voor me. Ik kijk uit over het weidse land. Ik zou hier uren kunnen zitten. Mijmeren, schrijven, gedichten lezen, maar ik ben hier voor een gesprek. Ik kijk op de klok, ik heb bijna 1 1/2 uur. Aan het werk.

Het begin
Clara kwam met man en kinderen op 1 januari 1990 in Kostverloren wonen.
“Toen stond hier geen opgeknapt sfeervol huis, zoals nu, maar een krot dat op instorten stond. Via vrienden waren we hier terecht gekomen. We waren meteen verkocht. Het was een goede en betaalbare plek. En de kinderen konden in ruimte en veiligheid opgroeien”.
Na een verblijf van drie jaar in Zimbabwe, waar René landbouwles gaf, was de overgang naar Oost-Groningen voor Clara niet zo groot. Een belangrijke overeenkomst was; met weinig middelen overleven, iets opbouwen en genieten van elkaar en de omgeving. Er was geen geld, maar wel heel veel energie en enthousiasme om aan de slag te gaan.
“We hebben eerst een jaar in een caravan gewoond. Als eerste hebben we toen voor 100 gulden een slaapkamer van pallets gemaakt. Die slaapkamer is er nog steeds. Het is de mooiste kamer van het huis”.
Zowel Clara als haar man René van Rijn hebben verschillende omscholingscursussen gedaan. Clara werkte daarna in de zorg en deed administratief werk voor een woningbouwvereniging.
“Het was een grote wens andere mensen ook van deze omgeving te laten genieten. Door te bouwen en te verbouwen ontstond deze B en B. Bijkomend voordeel was dat René de ervaring die hij hiermee opdeed goed kon gebruiken voor het bedrijf dat hij nu heeft. We hebben alles in eigen beheer gedaan. Een meisjesdroom werd vervuld”.
Iedereen is hier welkom. Ook groepen. De groepen volgen een workshop, krijgen begeleiding, of komen voor een bepaald project. Zo zijn er bijvoorbeeld vogelaars die regelmatig in de B en B verblijven. In dit gebied zitten veel, ook zeldzame vogels (De grauwe kiekendief bijvoorbeeld*). 
Na een nachtrust in stilte is er een heerlijk ontbijt. 



Indien gewenst bereidt Clara ’s avonds een maaltijd, met verse producten uit de tuin.
Dit klinkt allemaal heel prettig, maar er kwam een ommekeer. Wat gebeurde er?
“Na 21 jaar besloten we een andere richting in te slaan. Wel weer een B en B maar in Overijssel. Alles was verkocht en er werd uitgekeken naar ons nieuwe avontuur. Toch werd ik emotioneel als mensen naar de nieuwe plannen vroegen. Opvallend genoeg bleven we nog steeds plannen maken voor dit bedrijf. Maar de stap was gezet en we waren aan het afscheid nemen. Tot … we hoorden dat het niet doorging. De andere partij kreeg het financieel uiteindelijk niet rond. Dat kwam aan als een mokerslag. We stonden te schudden. Het schudden heeft wel geresulteerd in een nog groter besef van wat een unieke plek dit is. Al die stilte, de vogels, de ruimte. Waar krijg je zoiets?”

Wat nu?
Als ik deze vraag stel kijkt Clara me lachend aan. Het enthousiasme straalt van haar af.
“Ik zit vol plannen en wil een aantal dingen op een andere manier gaan doen: De kleine camping verdwijnt. Alle gasten komen voortaan op afspraak. Dat geeft voor onszelf, maar ook voor de aanwezige gasten nog meer rust. Zo zullen we ook, op een enkele uitzondering na, niet meer gestoord worden tijdens het avondeten. Misschien komen er op den duur trekkershutten bij. De gemeente wil veel aandacht geven aan recreatie in Oldambt. De B en B kan deel uit gaan maken van bijvoorbeeld fietsroutes die uitgezet gaan worden. Verder gaat er geschilderd worden, de zitplaatsen in de groepsruimte worden comfortabeler en het winkeltje met zelfgemaakte sierraden en streekproducten uit eigen keuken komt in huis”.

Naast de B en B zingt en speelt Clara percussie in een multiculturele vrouwenband ‘La Mimouna’. Ze treden regelmatig (op het moment met een koor) op bij vooral vrouwenfeesten en -bijeenkomsten.
René heeft sinds drie jaar een goedlopend klussen bedrijf.

Het alarm in mijn mobieltje gaat, Henk wacht op de auto, dus ik moet gaan.

Heb je zin in de komende tijd vraag ik, terwijl ik mijn jas aantrek.”Ja, ik beleef alles nu veel intenser zegt Clara. Ik kijk met nieuwe ogen naar deze schitterende omgeving die ik niet heb hoeven verlaten. Niet alleen naar deze plek kijk ik zo, maar ook naar alle activiteiten die in deze omgeving georganiseerd worden. Kunstroutes, toneel, muziek.
Ik heb een tweede kans gekregen”.

Als ik naar de auto loop bedenk ik dat een begin meestal open is. Je weet niet wat er allemaal gaat komen. Clara weet wat een prachtig bedrijf ze hebben!




* Meer informatie en een beeld van deze omgeving vindt u op de laatste pagina
Hier staan ook de gegevens van Clara en haar B en B.


Het gedicht
Herman Gorter 1864-1927




Herman Gorter werd op 26 november 1864 in Wormerveer geboren. Hij was de tweede zoon. Zijn vader Simon stamde uit een predikantenfamilie en hij was zelf ook (doopsgezind) predikant en letterkundige. In 1870 verhuisde het gezin naar Amsterdam. Vader Simon werd hoofdrecateur van de krant ‘Het nieuws van den dag’. Na korte tijd overleed Simon. Herman was toen pas 6 jaar oud. Zijn moeder zorgde vanaf dat moment als pensionhoudster voor het inkomen. Daarnaast kreeg ze een kleine weduwe uitkering. 
Later in zijn leven zou Herman, mede door wat zijn vrouw (Wies Cnoop) uit een erfenis kreeg, in een mooi huis wonen en reizen. Toch heeft hij altijd een sober leven geleid.

Het lag in de lijn der verwachtingen dat Herman theologie zou gaan studeren, maar de boekenkast van zijn vader maakte hem enthousiast voor literatuur, voor taal. In 1883 ging hij klassieke talen studeren. Na zijn afstuderen is hij korte tijd leraar geweest aan het Stedelijk Gymnasium in Amersfoort, maar hij was te gevoelig voor het leraarschap. In 1890 kwam hij in een geestelijke crisis terecht. Zijn moeder zorgde voor een beetje rust door hem bemoedigende brieven te schrijven. Hij heeft nog even privélessen gegeven, maar daarna wijdde hij zich volledig aan het dichten, daar lag zijn hart.

Aan het eind van de negentiende eeuw ontstond er een nieuwe literaire beweging, de Tachtigers. Die beweging bestond uit schrijvers die zich los hadden gemaakt van de stichtelijke traditie. Ze wilden vanuit zichzelf schrijven. Gorter sloot zich bij hun aan. Andere bekende tachtigers waren Willem Kloos, Frederik van Eeden en Lodewijk van Deijssel.
Een dichter ziet de werkelijkheid anders vond Gorter. Hij wilde dat in zijn werk tot uiting brengen. Heel persoonlijke indrukken en emoties van het hier en nu werden door klanken, bepaalde ritmes en zelfs door nieuwe woorden zo helder mogelijk weergegeven. Gorter schreef zijn bekende gedicht Mei in 1889. ‘Verzen’ verscheen in 1890. Het werd beschouwd als het hoogtepunt van het sensitivisme. Deze gedichten ontlokten Kloos de beroemde uitspraak: “Kunst moet zijn de aller-individueelste expressie van de aller-individueelste emotie”. Dit was het doel van alle Tachtigers.

Gorter bekeerde zich in 1912 tot het socialisme en daarna tijdelijk tot het marxisme. Het was niet het proletariaat, maar een allesomvattende vrijheid waar hij naar verlangde. Hij hield regelmatig idealistische betogen. De linkse politicus Jan Schaper vond dat Gorter zich beter niet op die manier met politiek kon bezighouden. Na een politieke rede van Gorter zei hij: “Herman, ga naar huis en dicht Juni, Juli, Augustus en September”.

Het gedicht Mei beslaat een boek, het bestaat uit 4370 regels.
Dit is de eerste strofe.

Mei

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
In een oud stadje, langs de watergracht
In huis was ’t donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels van mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zoo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In ’t boschje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald’ over de bruggen, op den wal
Van ’t water, langzaam gaande, overal
Als ’n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
En menig moe man, die zijn avondmaal
Nam, luisterde, als naar een oud verhaal,
Glimlachend, en een hand die ’t venster sloot,
Talmde een pooze wijl de jongen floot.



De deskundige, Marian van Caspel, kunsthistorica



   
Lente

In mijn kamer is het lente. Takken forsythia staan in bloei. Ik heb de vaas op het krukje bij de bank gezet. De gele bloemetjes kleuren prachtig tegen de witte muur en bij het blauw van vaas en bank. Ze roepen diep van binnen een lentegevoel bij me op. Mìjn lentegevoel: een wat kaal gevoel. Alsof je na de ‘warmte’, de donkere beslotenheid van de winter, opeens weer in de kou, in het licht, op eigen benen gezet wordt en je opeens pijnlijk bewust bent van je in-wezen-alleen-zijn. Het schuurt een beetje, doet een beetje pijn. Levenspijn. Zou het aan mij liggen? Ik bedenk me dat ik vast niet de enige ben. Doet geboorte niet altijd pijn? En in de lente is er toch ook de pijn van de Passietijd, van de Matthäus Passion en in ons land ook nog eens van dodenherdenking.




Zou Van Gogh ook iets-van-pijn-al-is-het-maar-een-vleugje gevoeld hebben toen hij zijn bloeiende perzikenboompjes schilderde in maart van het jaar 1888? Hij was de maand ervoor vanuit Parijs aangekomen in het zuiden van Frankrijk, in Arles. Nadat de late sneeuw van dat jaar verdwenen was, zette hij zich aan het maken van een serie schilderijen van bloesembomen. ‘Bloeiende perzikbomen’, nu een hoogtepunt uit de collectie van het Kröller-Müller, is er een van. “Waarschijnlijk het beste landschap dat ik gemaakt heb”, schrijft hij dezelfde dag nog aan zijn broer Theo. “Bomen”: het zijn er namelijk twee. De stam van de tweede is nauwelijks zichtbaar links van de voorste boom te onderscheiden. Takken en bloesems al helemaal niet. De boompjes staan in een boomgaard die afgezet is met een schutting. De fijne stammetjes staan in de omgeploegde aarde, geschilderd met grove penseelstreken, die in de richting van de voorste stam lopen, waardoor onze blik ernaar toe geleid wordt. De roze getooide takken zijn geschilderd tegen een blauwe lucht met roze wolkjes. Van Gogh zelf beschrijft het werk als ‘iets teders èn heel vrolijks”. Toch kleeft de dood aan het schilderij. In dezelfde brief van 30 maart 1888 schrijft hij dat toen hij met het net gemaakte schilderij thuis kwam, hij uit Nederland een ‘in memoriam’ van Anton Mauve ontving. Weliswaar was hij al op de hoogte van het verscheiden van de schilder, nu hij zijn getekende portret zag ‘greep het zijn keel dicht van ontroering’. Mauve was getrouwd met een nicht van Van Gogh en had hem in zijn Haagse periode schilderles gegeven. Spontaan besloot hij het net geschilderde stuk aan de weduwe van Mauve, zijn nicht Jet, te schenken. Linksonder signeert hij met ‘Souvenir de Mauve’ en zijn naam eronder. Als herinnering aan de schilder, zo schrijft hij aan zijn broer, leek ‘iets teders èn heel vrolijks’ als deze bloeiende perzikbomen hem geschikt en niet ‘een studie in een serieuzer gamma’, want:


“Ne crois pas que les morts soient morts;
Tant qu’il y aura des vivants,
Les morts vivronts, les morts vivronts.”

(“Denk niet dat de doden dood zijn;
zolang er levenden zijn,
zullen de doden leven, zullen de doden leven.”)

“Zo zie ik het, niet droeviger.”, besluit hij.
Gewoon een vrolijk schilderij dus.

Utrecht, Marian van Caspel*.


Van het seizoen
Rabarber, fruit of groente?

Ik hou van blijvende en zichzelf uitzaaiende groentes. Dat geeft een zelfvoorzienend gevoel. Rabarber is een voorbeeld van een blijvende groente. Of van fruit?




Geschiedenis.
Rabarber is de benaming voor de verschillende soorten van het geslacht Rheum.
Deze is afkomstig van de Polygonaceae (veelknopigen of boekweitfamilie).
Rabarber is al 5000 jaar bekend. In het wild groeien verschillende soorten in de bergen van de Noordwestelijke en Westelijke provincies van China en in het aangrenzende Tibet, maar ook in Zuid Siberië. Dat laat zien dat rabarber goed tegen kou kan.
Eerst werd de plant alleen medicinaal gebruikt. In 1600 werd door John Gerard, hofbotanicus van de Engelse koning, ontdekt dat de bladeren net zoals snijbiet en spinazie gegeten konden worden. Vanaf 1850 wordt rabarber in Duitsland gekweekt en vanaf 1900 in Nederland.

Van rabarber wordt vooral compote, moes, jam, chutney, siroop, wijn en gebak gemaakt.Rabarber Minder bekend is dat rabarber nog steeds in de geneeskunde, als schuurmiddel en als haarkleurmiddel wordt gebruikt. Zoveel in de natuur is multifunctioneel. Als we alles van de natuur altijd en overal zouden benutten kwam niemand iets tekort.

Geneeskrachtige werking
Rabarber wordt vooral gebruikt bij darmklachten als een opgeblazen gevoel en constipatie. Niet de stelen maar de wortel wordt hiervoor gebruikt. Er wordt een sterk purgeermiddel (anthrachinon) van gewonnen. Rabarber  heeft ook een algemeen versterkinge werking en het is eetlustbevorderend en maagversterkend. In rabarber zit oxaalzuur, wat kalk onttrekt. Het moet daarom niet te vaak worden gegeten. Er zit ook appelzuur in en dat heeft een bloedreinigende werking. Het is dus goed voor hart en bloedvaten. In China wordt rabarber (ook) nog steeds speciaal gekweekt voor de gezondheidsbevorderende eigenschappen.

Kweken
Rabarber is een heel gemakkelijke plant om te kweken en ziektes en plagen komen weinig voor. U kunt het beste in maart een plantje in de grond zetten. De plant doet het bijna overal, alleen op zandgrond gaat het moeilijker, die moet verrijkt worden door organische mest of compost.
Zoals bij veel winterharde groentes sterft het bovengrondse deel van de plant af. De sterke wortelstokken overleven de kou. De plant kan wel 15 jaar op dezelfde plaats blijven staan. Elk jaar wordt hij groter en zwaarder en is er steeds meer te oogsten Als u meer rabarber in de tuin wilt kunt u een volwassen rabarberplant met een spade in vier of vijf stukken verdelen. Aan elk stuk moet een deel van de wortels zitten. Elk nieuw plantje moet een m2 aan ruimte hebben om goed te kunnen groeien. Met één rabarberplant kunt u de rest van uw leven doen als u ze een paar keer splijt. Rabarber houdt van koelte. Als het later in het jaar warmer wordt heeft rabarber niet alleen meer moeite om te groeien, maar het oxaalzuur wat eerst vooral in de bladeren zat komt dan in de stelen. Dat is niet zo gezond. De stelen worden ook dik en taai. Als u veel rabarber heeft kunt u in het late voorjaar een deel invriezen of inmaken.

Oogsten
U kunt het beste in de lente oogsten, van april tot eind juni, dan is de rabarber het lekkerst. U hoeft de stelen dan nauwelijks te schillen. Snij de bladstelen niet af, maar draai de stelen tot bij de grond af. Neem de bladstelen onderaan vast, buig ze wat binnenwaarts en trek ze dan, iets draaiend, los. De bladeren kunt u niet eten, die zijn giftig!

Voedingsstoffen
In rabarber zit kalium, calcium, ijzer, foliumzuur, vitamine B1, B2, B6 en vitamine C.

Recepten
In stukjes gestoofd, als groente bij gekookte aardappeltjes. Het is goed om tijdens het koken een beetje krijt toe te voegen of iets met zuivel als toetje te geven. Dat neutraliseert het oxaalzuur. Ik meng rabarber vaak met custard.

Ik las van iemand die stukjes rauwe rabarber in suiker doopt en ze dan zo opeet.

Rabarbercompote kunt u maken door de rabarberstelen in stukjes te snijden en een kwartiertje zachtjes te stoven in een beetje water of vruchtensap. Als het afgekoeld is suiker, fructose of honing erdoor roeren. Als u even met de mixer of lepel klopt wordt het moes. Wanneer u dit invriest en af en toe even losroert met een vork, is het geen rabarbermoes meer, maar rabarberijs. Een scheutje alcohol erdoor maakt het ijs zachter. Lekker met vanillesaus. Of op een hete dag een of meer bolletjes ijs in een hoog glas leggen en daar een scheut seven-up of cider overheen gieten.
Als u de compote om en om met vanillevla in een mooie schaal doet heeft u een lekker toetje. En met cake onderin de schaal en een laag slagroom bovenop heeft u een soort trifle, een beroemd Engels gerecht. Rabarber is sowieso favoriet bij de Britten. Er zijn daar 112 variëteiten. Er wordt 32 miljoen kilo rabarber per jaar geproduceerd. Zoals er in Duitsland herfstfeesten zijn, zijn er in Engeland rabarberfeesten.

Eenvoudige rabarberkoek
200 gram meel
3 theelepels wijnsteenpoeder
50 gram olie
75 gram fructose of rietsuiker
1 theelepel kaneel
1 theelepel gemberpoeder
een scheut biogarde of yoghurt
mengen met
200 gram kleine stukjes rabarber gehusseld met 25 gram fructose of rietsuiker en
2 theelepels custard
Het rabarberbeslag in een kleine springvorm of vierkante vorm spatelen en bestrooien met rietsuiker.
Een uur bakken in een voorverwarmde oven van 180 graden.





Rabarbertaart
De oven voorverwarmen op 200 °C.
Zanddeeg maken (of bladerdeeg gebruiken) van
200 gram meel,
1 theelepel kaneel,
150 gram boter of olie en
100 gram suiker of ander zoets.

De rabarber in kleine stukjes snijden en in een kom mengen met suiker naar smaak en eventueel ander fruit als stukje appel of aardbei. 
Een kleine vorm met het deeg bekleden (wat deeg bewaren voor een ruitpatroon) en even koel wegzetten.
De taartvorm vullen met het rabarbermengsel.
Uit de rest van het deeg lange reepjes snijden.
Met de reepjes deeg een ruitpatroon bovenop de vulling maken.
De taart eventueel met eigeel of melk bestrijken en 35 à 40 minuten in de oven bakken tot de bovenkant goudbruin is.

Variatie: In plaats van de ruitjes, de taart na een half uur uit de oven halen, en een laag gezoet en geklopt eiwit (de dooier heeft u dan in het zanddeeg verwerkt) op de vulling spatelen. Nog 20 minuten bakken.
In plaats van stukjes rabarber rabarbermoes maken. De rabarber in een bodempje water met een deksel op de pan zachtjes gaar stoven. Een andere manier is om in een steelpan een scheutje olie, of klontje roomboter en een volle eetlepel suiker te laten smelten. Dan de rabarber erbij en verder hetzelfde. Het krijgt dan een lichte gecaramelliseerde smaak.


Ervaringen van lezers

‘Armoede’
We waren met veel kinderen thuis en er was weinig geld. Ik was de jongste van zeven. Nooit heeft het als armoede gevoeld, al was het dat wel.  Mijn moeder naaide dat het een lieve lust was, dus we zagen er niet armoedig uit. Ik weet dat ze een mooie donkerrode rok van een gordijn had gemaakt. Mijn vader was lief en vertelde verhalen. Mijn moeder was strenger maar zorgde dat we nooit iets tekort kwamen. Niemand ging studeren behalve ik. De andere zes gingen al vroeg ‘uit werken’. Ik las veel. Elke week keek ik uit naar mijn uitje naar de bibliotheek. Mijn moeder zei dat ik van dromen niet zou kunnen leven. Ik weet nog dat ik dacht: “Wacht maar af”. Ik deed extra mijn best en mocht naar de MMS (voor jongeren die geen idee hebben wat dat is, dat was een middelbare meisjesschool). Niets leek me fijner dan met kinderen te werken. Ik heb de kweekschool gedaan. Geen begin voelde sterker dan de dag dat ik mijn diploma kreeg. Het was niet zozeer het geld wat ik toen kon verdienen, al vond ik dat ook prachtig, maar het me ontworstelen aan een bepaald patroon. De kinderen van mijn broers en zus hebben bijna allemaal een opleiding gedaan, maar ik ben ermee begonnen!
(Ans)

Boeken
Na een heel moeilijke periode in mijn leven met 19 ziekenhuisopnames, waarop een afkeuring van mijn werkzaamheden volgde, wist ik niet zo goed hoe een nieuw begin te maken. Ik vulde mijn dagen met het uitzoeken van allerlei families (genealogie), maar dat gaf mij niet de voldoening die ik nodig had. Op een gegeven moment kwam er een ommekeer: Ik begon met een boekhandeltje! Nu besteed ik mijn tijd zinvol en verdien ik wat geld. Zo kan ik mensen die het harder nodig hebben dan ik wat toestoppen. Ik ben namelijk voor 80-100% afgekeurd en ben in een redelijke afvloeiingsregeling terecht gekomen. Ik koop mijn boeken op veilingen, boekenbeurzen en rommelmarkten. Ook zijn er collega’s die kleiner gaan wonen. Ze zijn daardoor gedwongen hun bibliotheek te “kuisen”. Ik verkoop de boeken via internet.
Soms vragen mensen mij naar een bepaalde titel uit te kijken. Het geeft me veel vreugde wanneer het mij na verloop van tijd lukt dat boek te pakken te krijgen.
Ik heb elke dag werk, een goed gevoel en veel mooie contacten. Voor mij een echt nieuw begin en ik voel me heerlijk tussen de stapels boeken!
(schrijver van de Veluwe)

Chaos
Lange tijd was mijn leven op elk gebied een chaos, een rommeltje. Nou, rommeltje, het was in huis een grote puinhoop. Elk overzicht was weg. Na lange tijd zo geleefd te hebben durfde ik op een gegeven moment om hulp te vragen. Gewoon, van een goede vriendin. Ze zei dat ze blij was dat ze nu echt iets voor me kon doen. Ze had er vaak aan gedacht, maar durfde het niet aan te bieden. Elke maandag kwam ze, drie maanden achter elkaar. Kamer voor kamer, kast voor kast. Nu is er wel overzicht. Ik voel me opgelucht. Ruimte in huis, ruimte in mij. Een nieuw begin!
(schrijfster uit Amsterdam)

Dromen
Ik droom van een ander leven.
Ander werk, andere woonplaats, andere vrienden.
Meer vrijheid.
Ik kan elke dag de beslissing nemen om een andere weg in te slaan.
Ik heb het nog niet gedurfd, maar ooit begin ik opnieuw.

Het klinkt misschien zwak, dat ik een leven leef wat eigenlijk niet goed is. Maar er is inzicht en tijd nodig. Want stel ik neem de beslissing om alles anders te doen, wat dan? Zo ver is het dus nog niet, maar dromen helpt. Zo is er regelmatig in mijn hoofd in ieder geval al een nieuw begin.
(Liset uit Middelburg)

Elke dag

Elke dag
Elke dag begin ik opnieuw!
(Jeanette)

Ik
We waren allebei ongelukkig, maar bleven uit angst (vooral om alleen te zijn?) bij elkaar.
Na een onrustige nacht heb ik de knoop doorgehakt. Ik kwam beneden en zei dat ik weg zou gaan. Natuurlijk was hier heel veel aan vooraf gegaan, gesprekken, wanhoop. Toen ik dit duidelijk had gemaakt kon ik ook de andere stappen zetten. Nu woon ik in een flatje (ik hoop dat ik ooit een huisje met een kleine tuin zal kunnen krijgen) maar de druk van een leven dat allang niet meer paste is weg. De omgeving is niet echt mooi. Ik snap niet dat ze lelijke flats gebouwd hebben. Ik zie wel een beetje groen (als ik goed kijk). Maar ik ben blij met mijn nieuwe leven. In het weekend ga ik naar het strand, dat is vlakbij en dan ren ik. Soms schreeuw ik over de golven, dat hoort niemand. Ik ben soms verdrietig dat ik zo lang gewacht heb. Maar voor alles is een juist moment, nu pas ging het. Dit voor mij een nieuw begin. Niet alleen een nieuwe woonplek, maar ik krijg (waarschijnlijk) werk in de buurt. Voor 20 uur, maar als ik heel erg mijn best doe kan ik daar net van leven.
Ik hoef niets, alleen rust en dat heb ik nu.
(Maria)

Mijn plekje
Er is een plekje in het bos hier in de buurt. Ik zeg niet waar, het is mijn plekje!
Op die plek barst elk jaar de lente los. Eerst zijn er sneeuwklokjes en daarna is er een cirkel van speenkruid. Knalgeel. Als de zon erop schijnt lijkt het licht te geven. Ik ga er elke dag even naar toe. Soms is het maar vijf minuten. Het begin van een nieuw seizoen, van een nieuwe periode. Het geeft me energie. Het voelt bijna als verliefd zijn. ’s Morgens is het een van de eerste dingen waar ik aan denk. Ik verheug me, steeds weer… op de ontmoeting met die magische plek.

Ontbijt
Elke ochtend maak ik (ik woon alleen) een uitgebreid ontbijt. Ik maak thee, ik pers sinaasappels, ik kook een eitje, ik rooster twee boterhammen. Ik pak de krant. Ik geniet!
Tot slot nog een beetje yoghurt. In het weekend zijn er broodjes uit de oven bij. Dit begin van de dag is heilig voor mij. Het geeft mijn lichaam en geest energie. Toch is het  meer dan dat. Ik zorg goed voor mezelf en dat is lang geleden wel eens anders geweest. We hebben het over 50 jaar geleden. In tegenstelling tot toen is elke morgen nu een goed begin.
(Anneke)

Zingen
Tijdens een periode van ziek zijn heb ik iets geleerd wat voor mij heel bevrijdend is: Zingen. Zingen is iets wat je met je hele lichaam doet, niet alleen met je stem. Door te zingen kom ik weer in contact met mijn lijf en met mijn gevoel. Het geeft mij kracht en zingeving. Op mijn fiets en in mijn kamer kan ik helemaal uit mijn dak gaan. Voor mij steeds een nieuw begin.
(Jan)

ps
Sommige reacties heb ik met toestemming ingekort.

  
Recepten van lezers 


Meiknolletjes
Ik wil je iets schrijven over een ouderwets lijkende groente waar ik vroeger niet eens zo dol op was, maar nu wel! Ik maak ze op een totaal andere manier klaar. Ik snij de knollen in stukjes, bak ze, tot ze lichtbruin zijn en laat ze 20 minuten op een zacht vuurtje met de deksel erop verder bakken. Ik roer er een kontje roomboter door en bestrooi de groente met peterselie.
(Martha uit Weert)

Asperges, exclusieve voorjaarsgroente
Elk jaar verheug ik me op ‘het witte goud’. Ik vind alle gerechten met asperges lekker, maar een van mijn favorieten is: Asperges schillen, koken en in stukjes snijden. Roomkaas en een scheut melk in een steelpannetje verwarmen. Goed roeren. Op smaak brengen met een beetje mosterd, zout en peper. De gare stukjes asperge erdoor roeren en als alles door en door heet is zalmsnippers toevoegen. Niet te veel, het moet niet overheersen. Dit giet ik over nieuwe aardappelen of krieltjes. Ik strooi er nog wat dille over peterselie over. Deze aspergeragout is ook zalig over pasta of rijst. In alle gevallen eet je je vingers erbij op.
(Jeanine)

Er zijn aspergeroutes en er is zelfs een museum* in Noord-Limburg gewijd aan asperges (en champignons en meer). Gratis met de museumkaart. Het hele jaar geopend. Er worden ook allerlei leuke activiteiten georganiseerd.

Groene lentegroente
Na alle wintergroente kijk ik uit naar nieuwe, groene groente en vooral naar… peultjes! Ik ben gek op peultjes. Heel even koken, met een schepje suiker. Beetje boter erdoor, peper, zout, klaar. 
(Bernadette) 


Aardbeien
Mmm, de geur en smaak van aardbeien geven me een echt lentegevoel. We hebben een groot bed vol. Als het warm is hangt er een zoete walm in de tuin.
De eerste aardbeien hebben we op volkoren beschuiten. Daarna verwerk ik ze in toetjes en zandgebakjes. Ik maak ook deze eenvoudige taart. Een pak koekjes fijnmaken en mengen met 100 gram gesmolten roomboter. Deze kruimels onderin een springvorm stevig aandrukken. Een paar uur koud wegzetten. De vulling bestaat uit (magere) roomkaas met stukjes aardbei. Weer even wegzetten. En dan genieten. Soms doe ik er nog een laag geprakte aardbeien over en slank- of slagroom. De aardbeien hierboven zijn uit eigen tuin. Zoet en sappig.

(Toor)

*Informatie op de laatste bladzijde.

Haiku

Lente

Helder groen begin
Spruit op uit zwarte aarde
Warmte verspreidt zich


Informatie

B en B Kostverloren
Clara Westrik
Kostverloren 11
9684 TB Finsterwolde
0597-521378


Filmpje over de Grauwe Kiekedief
Deze uitzending is gemaakt voor de Rijksuniversiteit Groningen.


Marian van Caspel-van Til kunsthistorica, was in 1988 één van de oprichters van de Kunsthistorische Leergangen. Na 20 daar twintig jaar lang leiding aan gegeven te hebben gegeven  geeft ze nu lezingen en cursussen op het gebied van kunst, religie en spiritualiteit. Groepen kunnen haar uitnodigen voor een themagerichte les. Bij Kunsthistoriche Leergangen Utrecht kunt u een lezing of cursus van haar volgen. 
Als u gelaafd wilt worden raad ik u van harte aan daar eens iets te doen. Ze organiseren ook kunstreizen. Ik heb er zelf veel cursussen gevolgd (en ook een paar gegeven) en ik kwam er altijd blij gevuld vandaan.
http://www.klu.nlhttp://www.klu.nl

Streekmuseum de Logt
Koppertweg 5
5962 AL Melderslo
tel. 077 3987320
fax 077 3987916
Er is ook een leuke site. 

Hier kan een audiotour gemaakt worden.

Tips, recepten en verhalen kunt u naar mij sturen:
jhlimtdh@yahoo.com